Themaonderzoek taalniveaus
Welk taalniveau (A2 of B1) is het meest geschikt voor communicatieteksten vanuit de Rijksoverheid?
Dit rapport gaat over de bepaling van het meest optimale taalniveau voor communicatie op Rijksoverheid.nl. In totaal zijn er zes taalniveaus: niveau A1 is het laagste niveau en taalniveau C2 is het hoogste niveau. Op dit moment wordt taalniveau B1 op Rijksoverheid.nl nagestreefd.
In dit onderzoek wordt gekeken naar de leessnelheid, begrip en beoordeling van teksten op het ‘huidige taalniveau’ B1 en is dit afgezet tegen een lager taalniveau, namelijk A2. Aanleiding is dat de overheid streeft naar inclusie voor iedereen en op alle terreinen: communicatie op Rijksoverheid.nl dient voor iedereen voldoende duidelijk en passend te zijn.
Inzichten
- De in dit onderzoek voorgelegde A2-teksten worden sneller gelezen dan de B1-teksten. Dit verschil in leestijd treedt vooral op bij laagopgeleiden en mensen met een gemiddeld opleidingsniveau. Bij hoogopgeleiden is er geen verschil in leessnelheid.
- Zoals te verwachten, is het begrip van de teksten lager bij laagopgeleiden. Echter, blijkt iedereen (laag, midden en hoog opgeleid) de B1-teksten net zo goed te begrijpen als de A2-teksten. Kortom, het A2 taalniveau leidt niet tot meer tekstbegrip.
- Kijkend naar de beoordeling en waardering van A2-en B1-teksten zien we wel een duidelijk verschil: de A2-teksten worden positiever beoordeeld. Dit verschil is het sterkst bij laagopgeleiden. Zij ervaren de A2-teksten als duidelijker en prettiger om te lezen. De A2-teksten worden niet negatiever beoordeeld door hoogopgeleiden.
- De mate van voorkennis en belang van de lezer bij het onderwerp van de tekst, blijken geen bepalende invloed te hebben op de bovenstaande inzichten. Wel leidt instemming met de boodschap tot een positievere beoordeling van de tekst. Maar hierbij zijn er geen verschillen tussen A2 en B1-teksten.
- Nemen we de specifieke verbeterpunten per tekst samen, dan hebben participanten het voornamelijk over te moeilijke woorden, lange zinnen, gebrek aan (voldoende) voorbeelden en verwijzingen naar andere ondersteunende informatiebronnen. Deze commentaren zien we vaker bij B1-teksten dan de A2-teksten terugkomen.
Aanbevelingen
- Overweeg teksten op taalniveau A2 aan te bieden Ondanks dat het de leestijd en het begrip niet (altijd) zal verbeteren ten opzichte van het taalniveau B1, leidt het tot een positievere beoordeling van communicatieteksten. En omdat dit nóg sterker het geval is onder laagopgeleiden (de groep mensen die binnen dit vraagstuk extra aandacht verdient) zou de voorkeur moeten uitgaan naar taalniveau A2. Er zijn geen aanwijzingen dat hoogopgeleiden zich minder serieus genomen zullen voelen.
- De communicatieteksten verdienen enkel beperkte optimalisaties. Alle getoonde communicatieteksten worden positief beoordeeld en kunnen slechts op details worden verbeterd. Moeilijke woorden en uitdrukkingen (zoals huisvestigingsvergunning, dividend, gezamenlijk inkomen en scheiding van tafel en bed) verdienen (ook binnen de A2-teksten) toelichting. Tevens is het belangrijk om de communicatieboodschap stellig en eenduidig neer te zetten om verwarring te voorkomen. De A2-teksten over corona hebben hierbij de meeste prioriteit.
- Maak gebruik van voorbeelden en verwijzingen. Participanten (zowel laag-als hoogopgeleiden) waarderen de gegeven voorbeelden in de teksten en geven aan dat dit vaker of uitgebreider toegepast kan worden. Om de overzichtelijkheid/leesbaarheid van de tekst te waarborgen (oftewel de tekst niet op te blazen met allerlei voorbeelden) is het aan te raden om deze buiten de hoofdtekst te plaatsen en/of meer gebruik te maken van hyperlinks naar overige informatiebronnen waar meer voorbeelden, uitleg of overige informatie over het onderwerp worden getoond. Hier wordt ook frequent om gevraagd. Hierbij moet wel getest worden of het aanbieden van hyperlinks in de praktijk ook daadwerkelijk tot de gewenste ervaring en gebruik leidt.
- Maak voor de lezer duidelijk onderscheid tussen (deel)onderwerpen. Door deelonderwerpen (meer) te onderscheiden en los te behandelen kan de duidelijkheid worden verhoogd. Dit kan door meer losse paragrafen (met titel) te gebruiken, vaker gebruik te maken van bullets en/of gebruik te maken van meer visuele informatieoverdracht (infographic, flowcharts, etc.). Kortom, ieder deelonderwerp of -boodschap dient los verpakt en gecommuniceerd te worden (rekening houdend met de toegankelijkheidseisen) om onderlinge verwarring te voorkomen.