Tips voor inclusief taalgebruik
Hoe maak je tekst zo begrijpelijk mogelijk? Doe je voordeel met deze tips.
- Schrijf teksten op een eenvoudig taalniveau, bij voorkeur een A2-taalniveau. Maar gebruik geen neerbuigende of kinderachtige taal.
- Geef alleen informatie die nodig is. Bedenk wat echt belangrijk is voor de lezer op dit moment.
- Orden de informatie in een logische volgorde. Zet het belangrijkste bovenaan en herhaal belangrijke informatie.
- Voorkom moeilijke woorden of woorden die weinig gebruikt worden. Gebruik geen vaktaal. Moet je toch een moeilijk begrip gebruiken? Leg het woord dan uit in de tekst.
- Kies voor korte tussenkoppen van maximaal 3 woorden en maak korte zinnen.
- Zorg ervoor dat de teksten niet met een te klein of een onduidelijk lettertype zijn geschreven.
- Vermijd onderstrepen, cursieve tekst en hoofdletters.
- Voorkom woorden die geen Nederlandse opbouw hebben. Bijvoorbeeld cadeau of management. Gebruik woorden die je ook in een dagelijks gesprek gebruikt. Wel: maar, want, als. Niet: daarentegen, immers, indien.
- Voorkom uitdrukkingen, spreekwoorden en figuurlijke manieren van spreken. Wel: Ze is heel erg boos. Niet: Ze kookt van woede.
- Stel een eenvoudige vraag die zegt wat de lezer nodig heeft. Of beantwoord een vraag. Bijvoorbeeld: Heeft u hulp nodig als u uw belastingformulier invult? Of: Heeft u vragen over geldzaken? Bel dan met Piet van Sociaal Wijkteam Poelenburg.